Het Chinese vruchtbaarheidscijfer is vorig jaar gezakt naar 1,09, meldt een Chinees overheidskanaal. Het cijfer geeft aan hoeveel kinderen vrouwen gemiddeld zullen krijgen. Daarmee is China een van de landen geworden waar relatief gezien de minste kinderen worden geboren.

Het cijfer is zelfs lager dan dat van Japan (1,3), dat al lang kampt met een krimpende bevolking. Ter vergelijking: in Nederland ligt het cijfer rond de 1,6. In veel Afrikaanse landen schommelt het tussen de vier en vijf.

Het cijfer geldt opnieuw als slecht nieuws voor de Chinese overheid, die de afgelopen jaren al maatregelen heeft genomen om het aantal geboortes te stimuleren. In 2015 nam Beijing afscheid van de een-kind-politiek, die in de jaren 80 werd ingevoerd om een bevolkingsexplosie te voorkomen, en sinds 2021 is ook een derde kind toegestaan.

Maar ondanks die versoepelingen kiezen steeds minder Chinese vrouwen ervoor om een kind te krijgen. Meer vrouwen kiezen voor een carrière of zien de stijgende kosten van kinderopvang en onderwijs als obstakels.

In januari werd bekend dat de Chinese bevolking voor het eerst in zestig jaar is gekrompen. Ook heeft India, waarvan de bevolking nog wel fors groeit, volgens de Verenigde Naties China in april ingehaald als land met de grootste bevolking.

In mei zei de Chinese president Xi Jinping dat het land zal focussen op "onderwijs, wetenschap en technologie" om het vruchtbaarheidscijfer te stimuleren.

LEES OOK: Deze geopolitieke risico’s in China, Rusland en de VS mogen CFO’s niet negeren